In de spotlight: Peter Heru Utomo

Peter Heru Utomo is werkzaam als beleidscoördinator bij het ministerie van OCW en is genomineerd voor de top 100 beste ambtenaren. Hij zit momenteel in het ‘Projectenpool’, ‘Projectenpool’ is een afdeling binnen personeelszaken.

 

“Hier zitten 12 mensen die al veel werkervaring hebben bij de overheid en bij voorkeur bij het ministerie van onderwijs. Wij worden gedetacheerd op kortlopende projecten binnen OCW om een bijdrage te leveren voor beleidsontwikkeling. Op dit moment zit ik bij het Nationaal Archief, dit project zal tot 1 augustus 2013 duren. Maar per 1 mei a.s. ga ik al ergens anders werken namelijk bij de Commissie Fusietoets Onderwijs, tevens een project bij OCW.”

“Het leukste vind ik dat ik alles kan meemaken in een korte loopperiode, zonder te solliciteren. Hiervoor had ik een vaste, blijvende functie maar nu vind ik het leuk om tot mijn pensioen (ik ben nu 62) echt nuttig te zijn voor de organisatie en ik heb nu functies waar ze normaal geen mensen voor kunnen vinden want zeg nou zelf, niemand wil maar voor een of twee jaar ergens werken.”

Wat heeft u gedaan om in de top 100 beste ambtenaren te komen?

“De organisator (PM) had iedereen een mail gestuurd om een collega of je baas voor te dragen voor de top 100. Ik had het veel te druk, dus ik had deze mail gewoon verwijderd. En toen bleek dat een aantal collega’s mij had voorgedragen voor een nominatie. Een week voor de MNR bijeenkomst kwam ik voor een bijeenkomst over diversiteit van het BZK. Een collega zei bij de deur (zij was gastvrouw): ‘gefeliciteerd!’ Ik ken haar goed, zij maakt af en toe zulke grapjes. Maar een uurtje later ontmoette ik iemand van de onderwijsinspectie en die maakt niet zulke grapjes. Ook hij zei ‘gefeliciteerd meneer.’ Aan hem vroeg ik toen wat er was, en deze meneer vertelde mij dat ik genomineerd was voor de top 100.”

Waar zou u zichzelf neerzetten in de top 100?

“Geen idee. Mijn concurrenten hebben allemaal andere functies. Er zijn verschillende categorieën. Op het gebied van overheidsbeleid zijn er in totaal 19 mensen genomineerd.. Mijn concurrenten hebben nagenoeg hogere  functies en ze werken op een ander niveau; wat meer politiekgericht. Ik werk meer mensgericht. Ik weet niet hoe de jury straks gaat beoordelen maar ik zie mezelf als gemiddeld en vind het al een eer dat ik bij de top 100 zit.”

Mijn persoonlijke passie

Ik vind het leuk om mensen blij en gelukkiger te maken. Ik ben drie jaar geleden gestopt met vrijwilligerswerk omdat het privé heel veel tijd kostte maar als ik tijd heb dan help ik graag mensen. Ik heb ooit Spaans geleerd en hoorde dat ze bij de mannengevangenis in Zoetermeer iemand zochten die de preek naar het Spaans kon vertalen omdat er nogal veel Spaanstalige gevangen waren. Zodoende heb ik mij aangemeld en ging gesprekken aan met gevangenen. Het was wel lastig, omdat ik de gewone Spaans sprak. Zij konden mij wel verstaan, maar ik kon hun niet verstaan omdat ze Zuid-Amerikaans waren. Ik glimlachte gewoon maar had toch tegen de coördinator gezegd dat dit niet echt mijn ding is omdat ik het Zuid-Amerikaanse niet versta. Toch had de coördinator gevraagd om gewoon mijn ding te doen en te doen alsof ik Spaans begreep zodat de gevangenen zich ‘gehoord’ voelden.”

Welk boek zou u ons aanraden?

Ik ben niet echt een boeklezer. Wat ik wel zou willen aanraden aan MNR-leden is om minder bescheiden te zijn. Het is goed om aan te tonen wat je wilt, niet verlegen te zijn. Ik vind dus dat het belangrijk is om boeken op het gebeid van persoonlijke ontwikkeling te lezen en persoonlijke effectiviteit-boeken. “Brutale mensen hebben de halve wereld”

De volgende keer…

“De persoon die ik graag ‘in de spotlight’ zou willen zien is Sakir Baltaci. Hij is goed geïntegreerd. Hij is hier geboren maar na vier jaar terug naar Turkije gegaan met zijn ouders en op zijn 18e ging hij weer naar Nederland en moest hij zijn Nederlands weer oppakken. Met heel veel doorzettingsvermogen heeft hij zijn HBO informatica gehaald. Hij is moslim en maakt zelf grapjes, zonder te beledigen, over zijn geloof. Dat kan ik wel waarderen.”