“Ik kijk uit naar de dag dat we diversiteit niet meer hoeven te promoten”Zijn tongval verraad Limburgse roots. En die zijn er ook. Maar Abdullahi Hashi komt oorspronkelijk uit Somalië, waar hij 43 jaar geleden werd geboren. Nu woont hij in Heerlen, samen met zijn vrouw en drie kinderen. Aan het Multicultureel Netwerk Rijksambtenaren (MNR) vertelt hij meer over zichzelf en zijn denkbeelden rondom het ‘noodzakelijk kwaad’ van diversiteit.
Van machines naar mensen
Hashi is op dit moment leidinggevende laboratorium, bij de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (voorheen bij het dienstonderdeel Algemene Inspectiedienst, red.). Daarvoor was hij daar werkzaam als P&O-adviseur. Maar oorspronkelijk had hij hele andere loopbaanwensen. ‘Ik wilde vroeger in de bouw werken. Een bouwmachine bedienen, dat leek me geweldig!’ Na het afronden van de middelbare school is Hashi dan ook werkstofwetenschappen gaan studeren in Aken. Na zijn opleiding, kreeg hij een baan aangeboden bij Arbeidsvoorziening Limburg. ‘Daar raakte ik al snel geïnteresseerd in personele en organisatievraagstukken. Ik besloot daarop serieus werk te maken van mijn interesse en heb de opleiding Personeel en Arbeid gedaan. En daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van gehad.’
Geen targets, maar leiderschap
‘Succesvol zijn is voor mij belangrijk’, aldus Hashi. Hij was dan ook trots toen hij werd toegelaten tot het managementontwikkelingsprogramma. ‘Voor mij als bicultureel was dat een stap in de goede richting.’ Naast succes in het werk, is ook gerechtigheid belangrijk voor Hashi. Het is dan ook geen verassing dat Hashi Nelson Mandela een groot voorbeeld vindt. Hashi: ‘Hij bereikte zijn doelen niet met targets, maar met een vele malen sterk principe: leiderschap. Hij stond voor en zocht medestanders om te werken aan zijn droom. Dat inspireert me.’
Op afstand van het Haagse
Omdat Hashi werkzaam is buiten het Haagse circuit, is hij zeer geïnteresseerd in wat zich daar afspeelt. ‘Een kijkje achter de schermen bij Mark Rutte had ik wel leuk gevonden. Die complexiteit en zijn rol in het geheel. Dat lijkt me enorm boeiend!’ Maar Hashi’s afstand van het Haagse heeft ook een meerwaarde. ‘Ik breng een bepaalde objectiviteit in, in relatie tot diversiteit. Daardoor kan ik met frisse blik naar zaken kijken. Zoals bijvoorbeeld naar het Multicultureel Netwerk Rijksambtenaren (MNR). En dat biedt voor mij kansen om mijn netwerk weer te verbreden.’
Kansen voor diversiteit en samenleving
Hashi heeft veel plezier in zijn werk. ‘Ik lever graag een bijdrage aan de ontwikkeling van medewerkers. Bijvoorbeeld door ze te coachen. Door te werken aan de ontwikkeling van mensen die voor de publieke zaak werken, draag ik mijn steentje bij aan die publieke zaak’, aldus Hashi. En dat is iets wat hij graag wil blijven doen. Hij levert dan ook graag een bijdrage aan een meer divers samengestelde publieke sector. ‘Het zou zo mooi zijn als het belang van diversiteit in de publieke sector in de brede zin van het woord onderkend wordt. Dat het zo vanzelfsprekend is dat we het niet meer hoeven te promoten. Ik weet dat dit een kwestie van de lange adem is, maar ik ben ervan overtuigd dat die tijd ooit zal komen!’