Met dank aan de heer Albert Spieseke en mevrouw Sonja Joustra-Pengel.Het zichtbaar maken en erkennen van ondervertegenwoordigd talent zijn twee van de belangrijkste pijlers van het diversiteitbeleid binnen de rijksoverheid. Mentorprojecten ondersteunen individuen in hun loopbaan en helpen bij ontwikkeling en herkenning van talenten ontwikkeld. Het ministerie van Defensie neemt met een mentorproject, ‘Het mentorproject voor multiculturele medewerkers bij Defensie’ het initiatief.
Het principe van mentoring is het vergroten van zelfinzicht en deelnemers de kans geven, om zich met een ervaren mentor, te oriënteren op hun verdere loopbaan. De projectaanpak bestond uit het koppelen van mentees aan mentoren en het aan beide aanbieden van een ondersteunend programma van workshops door een extern bureau.
Albert Spieseke, senior beleidsmedewerker diversiteit bij Defensie én MNR-lid, was betrokken bij de uitvoering en voortgang van het mentorproject. “Het mentorproject voor multiculturele medewerkers bij Defensie kende een tweeledige aanpak. Enerzijds was het gericht op de bevordering van de ontwikkeling van de medewerker en anderzijds op het realiseren van een noodzakelijke cultuurverandering. Het optimaal inzetten van divers talent vereist een organisatiecultuur waarin, door erkenning van individuele verschillen, synergie ontstaat tussen persoonlijke talenten en organisatiedoelen. Het mentorproject richtte zich daarom op de bewustwording en ontwikkeling van de mentor, als die van de mentee”.
Een van de drie MNR-leden die deelnamen aan het mentorproject was Sonja Joustra-Pengel: “Mijn interesse voor deelname aan het mentorproject kwam in eerste instantie voort uit de positieve verhalen van een ander MNR-lid over het herkennen en inzetten van multicultureel talent onder begeleiding van ervaren trainers. Ik wilde graag met behulp van deskundigen meer zicht krijgen op mijn eigen ambities en mogelijkheden en daarbij tevens mijn netwerk vergroten. In het bijzonder waren dit de persoonlijke kennismakingsgesprekken met defensiemedewerkers, die mijn mentor majoor André de Lizer voor mij georganiseerd had. Deze gaven mij een goed beeld van de mogelijkheden bij Defensie. De veelheid aan functies en mogelijkheden vond ik fantastisch!”.
Onlangs is het project geëvalueerd. In de evalwwwie oordeelden deelnemers over het algemeen positief over dit nieuwe instrument. Naast de positieve ervaringen waren er ook leerpunten, zoals een verbeterde communicatie met de doelgroep en het opheffen van het niveauverschil tussen mentoren. De overwegend positieve ervaringen zijn voor Defensie aanleiding om door te gaan met dit instrument. Zo loopt op dit moment een mentorproject voor vrouwelijke onderofficieren.
Sonja Joustra-Pengel: “Defensie maakt werk van multicultureel talent, niet alleen in woorden maar ook in projecten als het mentorproject”.